Lees voor

Eindelijk voelde ik me geaccepteerd

Met fijne begeleiding weer goed op weg

Te veel psychische klachten. Dat bestaat dus echt. Sarina Vijgen, cliënte bij LEVANTOgroep, vertelt hoe ze de afgelopen jaren met verschillende, heftige psychische klachten ervaren heeft en hoe ze haar weg heeft gevonden naar herstel.

 

 

"Twaalf jaar was ik. Anders dan anderen. Extreem gevoelig. Psychisch behoorlijk in de knel door seksueel misbruik, het vele pesten, constante afwijzingen. Ondanks dat mijn ouders me wel accepteerden en er onvoorwaardelijk waren, was ik zo wanhopig dat ik een zelfmoordpoging deed en werd opgenomen op de kinderafdeling van het ziekenhuis. Zo begon mijn hulpverleningstraject. Toen ik 14 was kreeg ik medicatie: paroxetine en oxazepam.

Van instelling naar instelling…

Allerlei instellingen en instanties werden betrokken, onder andere de crisisopvang voor jongeren van Xonar. In de jaren nadien ben ik in totaal wel 30 keer verhuisd van instelling naar instelling. Natuurlijk had dit een enorme impact op mij; ik ging van plek naar plek waardoor ik me heel alleen heb gevoeld en verlaten, durfde me op een gegeven moment aan niemand meer te hechten bang om weer in de steek gelaten te worden. Ik werd overal gedumpt en er werd niets aan het probleem gedaan. Ik kreeg steeds te horen dat ik te complex was. Deze afwijzingen kwamen aan als slagen in mijn gezicht. Mijn gevoel voor eigenwaarde werd lager en lager. Ik had te veel psychiatrische problemen, het was te ingewikkeld, en niemand had een antwoord.

Ik verloor mijn eigenwaarde

“Teveel psychische klachten”, dat bestaat dus echt. Ik ging naar Bergen op Zoom, Eindhoven, afdeling eetstoornissen in Maastricht. Ik begon heftig te automutileren, was nergens thuis en had teveel psychische klachten. Ik had het gevoel dat ik nergens werd geholpen en dat de enige plek waar ik wel welkom was bij mijn ouders was. Er waren kinderen die niet meer met mij om mochten gaan. Steeds waren weer lange intakes, flinke reizen, maar ze konden me niet helpen. Ik heb ook veel gezien op al de plekken waar ik gezeten heb, waardoor mijn gedrag en vooral de haat naar mij zelf extremer werd. Ik kreeg niet alles mee wat er om me heen gebeurde. Een vreselijk tijd waarin ik me heel alleen en onbegrepen voelde. Ik werd erg achterdochtig naar anderen en mijn omgeving, er waren echt momenten dat ik niemand meer vertrouwde.  Iedereen werd een vijand – zelf mijn ouders – en ik dacht iedereen het slecht met me voor had. Ik voelde me zelfs door God in de steek gelaten, maar als God er toch niet was geweest dan was ik er ook niet meer geweest! Dan had ik niet gestaan waar ik nu sta.

Het ging slechter en slechter…

Dit gebeurde allemaal voor mijn 18e, mijn zelfvertrouwen was bijna nul. En toen werd ik 18, en werd ik opgenomen op de PAAZ, opnameafdeling voor volwassenen. Het ging minder en minder, werd overgeplaatst naar Venray, ging weer terug, kreeg een gedwongen opname met Inbewaringstelling (IBS). Dat was het dieptepunt, zeker toen ik een hele tijd gesepareerd werd. Ik kreeg hier ondanks alle problemen, echter ook het gevoel dat ik veilig was, dat ik geaccepteerd werd. Hier kreeg ik de hulp waar ik al zolang naar op zoek was. Maar tegelijkertijd was de overstap naar de volwassenen psychiatrie ontzettend confronterend: nog zwaardere problematiek om me heen, nog meer het gevoel alleen te zijn omdat je je dierbaren zo mist, nog meer geïsoleerd raken van de buitenwereld.

Ondertussen lieten vrienden en familie me vallen, en waren ze soms zelfs veroordelend. Mijn ouders hebben me gelukkig nooit laten vallen en onze band werd alleen maar hechter. Het deed pijn dat andere mensen me gek en onhandelbaar noemden, terwijl ik eigenlijk vol angst en verdriet zat. Er was me zoveel onrecht aangedaan en ik kon er ook niet over praten; er werd ook niet naar gevraagd waarom ik zo was geworden!

In die tijd werd de medicatie hoger en hoger. Ik kreeg 200 mg oxazepam per dag, 3000mg depakine. Ik had extreme woede-uitbarstingen en begon zelf te experimenteren met drugs waardoor ik me steeds slechter ging voelen. Ik ging anderen kopiëren. Hierdoor kreeg ik nog meer medicatie, door mijn extreme gedrag en woede, mijn stemmingswisselingen. Ik werd impulsiever en achterdochtig, zelfs vaak op het randje van psychose. Mijn eetprobleem en zelfbeschadigend gedrag bleef toenemen. Gevolg: nog meer medicatie, bezoekjes aan huisarts of EHBO door de forse zelfbeschadiging. Ik voelde zoveel haat naar mezelf.

Ik ging naar het Hostel – een op rehabilitatie en herstel gerichte setting –  toen ik 19 jaar was. Hier ging ik drugs gebruiken: speed, coke, weed, van alles om mijn gevoelens weg te drukken, om niet meer willen voelen, en ook om mij zelf te vernietigen. Twee jaar ben ik in het Hostel geweest, ik trapte tegen alles aan en hield me aan geen een regel, zocht graag grenzen op. Ook verandering van hulpverleners speelde mee.

Na vele instellingen weer terug thuis

Daarna ging ik naar het RIBW (nu overgegaan in LEVANTOgroep). Ik vond het vreselijk dat ik bij het hostel weg moest, want ik was er erg aan gehecht! Deze periode duurde niet heel lang, ik was toen 22 jaar en kon er maar niet wennen. Uiteindelijk ben ik weer bij mijn ouders gaan wonen. Wat een grote ommekeer was dat! Ik ben toen gestopt van de een op de andere dag met drugs, ook door de kracht die mijn geloof me gaf! Vanaf die dag heb ik nooit meer drugs aangeraakt. Mijn relatie met mijn ouders werd hechter, vooral met mijn vader. Ik kwam er achter dat ik veel op mijn vader leek, we gingen elkaar beter begrijpen. Dat was mooi maar ook moeilijk, we hebben samen gezinstherapie gehad, hetgeen ons echt heeft geholpen! Ik heb ook nog kort zelfstandig gewoond maar dat werkte voor mij niet. Soms moet je uitproberen om er achter te komen.

Bij mijn ouders ging het dus best goed, maar de afwijzing door anderen was duidelijk voelbaar voor me. Ik heb het de mensen om me heen vaak onmogelijk gemaakt, maar uiteindelijk wilde ik gewoon dat mensen me accepteerden met mijn stoornis en mijn kwetsbaarheid. Er waren zeker ook mensen die altijd zijn gebleven, maar het is helaas waar dat de meesten me hebben laten vallen; en dat maakte het voor mij nog moeilijker!

Mijn gedrag werd aangepakt, maar niet de oorzaak

Het onderliggende probleem werd niet aangepakt, “waarom was ik zo?”. Er werd geen aandacht gegeven aan het feit dat ik slachtoffer was van seksueel misbruik. Ik was boos op mezelf, op de hele maatschappij, en heb zelfs een keer Glorix gedronken omdat ik mezelf vies vond. Waarom ik? En ik was ook boos op God, ik ben erg gelovig opgevoed maar mijn hele toekomst viel in elkaar. Geen normale vriendinnen dingen kunnen doen zoals bioscoop, of een eerste vriendje. Gewoon de normale meisje-meisje dingen die voor mij niet normaal waren en voor anderen heel vanzelfsprekend zijn.  Het was vooral voor mij constant overleven. Ik heb heel veel moeten missen in mijn leven en dat doet nog steeds pijn.

Eindelijk voelde ik me geaccepteerd

Bij het RIBW (nu overgegaan in LEVANTOgroep) waar ik hierna naartoe verhuisde voelde ik me echt welkom en werd ik eindelijk geaccepteerd met mijn kwetsbaarheid! Met de goede begeleiding om mij heen sloeg ik me er doorheen; ik had die tijd veel last van angsten, vooral ook om mijn ouders kwijt te raken. Therapieën als CGT en VERS hebben hierbij zeker geholpen.

Het verlies van pap, mijn maatje

Ik zag op een gegeven moment verandering in mijn vaders gedrag waarin ik mezelf wel herkende. Ik maakte me veel zorgen om mijn pa, en uiteindelijk werd bij hem de diagnose Lewy Body dementie met parkinsonisme gesteld. Vreemd genoeg brak toen de zwaarste maar ook de mooiste tijd van mijn leven aan. Het was vreselijk om de aftakeling te zien bij pap, ik dacht zelf vaak “had ik het maar”. We hadden zo’n bijzondere band, we waren hecht en mijn vader heeft mij tot zijn laatste adem blijven kennen en hij is thuis kunnen blijven. In die periode ben ik ook weer thuis gaan wonen om mijn vader dag en nacht te verzorgen. Ineens gebruikte ik mijn kwetsbaarheid en stond ik in mijn kracht, het gaf me een fijn gevoel om dit voor mijn vader te doen! Ik heb samen met mijn moeder voor hem gezorgd. Mijn moeder en ik hebben mijn vader naar zijn eind gebracht. Het mooie was: de kwetsbaarheid die ik heb zag ik nu ook bij mijn vader en dat vond ik mooi en ontroerend. We hebben zo’n mooie momenten gehad, die koester ik nog steeds! Ook mijn vader kreeg op een gegeven moment veel medicatie, dezelfde die ik kreeg. Dat was behoorlijk confronterend. Hij overleed op 26 februari 2019 om 05.45 uur. Dat was het vreselijkste moment in mijn leven! Ik kon mijn gevoelens niet uiten, de hoeveelheid medicatie maakte vlak. Ik kon bijna niet huilen maar van binnen schreeuwde ik het uit van de pijn, mijn maatje was weg. De enige die mij begreep en mij rustig kreeg in mijn denken en doen!

Met fijne begeleiding weer goed op weg!

In deze periode heb ik de juiste hulpverleners gekregen: professioneel maar wel met compassie. Mensen die in mij geloofden, die me een mooi mens vonden ondanks mijn kwetsbaarheid! Een klik hebben en begrepen worden is misschien wel het allerbelangrijkste in een behandelrelatie. Plots was er ook tijd en aandacht voor de gevolgen van mijn jarenlange medicatiegebruik: grote gewichtstoename, diabetes, verstoorde leverwaarden, nierfunctie, cholesterol, hormonale afwijkingen. Op een gegeven moment vroeg mijn sociaal-psychiatrisch verpleegkundige me of ik misschien eens wilde proberen medicatie af te bouwen. “Pfff nee echt niet!” zei ik meteen. Medicatie was ook een houvast, elke verandering is heel moeilijk.  Toch ben ik toen blijven nadenken, en uiteindelijk heb ik toch de keuze gemaakt om medicatie gaan af te bouwen. Dat was heftig, want vanaf dat moment ging ik meer voelen en kreeg ik weer heftig last van woedeaanvallen, de neiging tot zelfbeschadiging (wel in mindere mate), achterdocht, angst, slecht slapen, angsten ook mijn mam kwijt te raken, zelfmoord gedachtes! Vooral ook erg impulsief gedrag en mijn pa was er nu niet meer om me te kalmeren; dat was verdrietig, ik kreeg veel last van herbelevingen van mijn misbruik veel nachtmerries! Gelukkig ook hier werd ik goed in begeleid. Ook mijn moeder was zeker een grote steun. Maar ik voelde me wel vaak erg alleen en intens verdrietig; dit had ik nooit gevoeld met medicatie! Er kwamen ook hele mooie dingen terug: ik voelde vrolijkheid, en viel heel veel af. Ik ben nu inmiddels van 150 kilo naar 97 kilo gegaan, maar ook hier moest ik alert blijven dat ik niet door schoot naar anorexia! Allerlei somatische diagnoses als diabetes en hoge bloeddruk zijn nu verleden tijd! Ik heb ook mijn oude hobby weer terug gevonden: sporten, krachttraining, wandelen. Het feit dat er mensen in mij geloofden maakte me sterk. Het blijft een dagelijkse strijd en ik moet zeker gaan leren om vooral om te gaan met mijn kwetsbaarheid. Ik heb nog een lange weg te gaan die niet makkelijk zal zijn, maar God heeft ons geen kalme reis beloofd maar wel een behouden aankomst!"